Exoten/inheems

Bosverjonging of bosplaag van lariks, fijnspar en weymouthden
De bovengenoemde bomen komen vaak op massaal op na het kappen of openvallen van een kroondak. De fijnspar en de weymouthden zijn echte bosbomen en verlangen een beschutte omgeving en verdragen heel goed enige schaduw. De lariks wil ook nog wel eens groeien op een veel mindere beschutte veel meer open plaats. Waarneer er een groot stuks is gekapt en de wind heeft vrij speel heeft is het de berk en de Grove den die de open ruimte vult. De beheerder kan dus regelen wat hij wil. Wil hij bosverjonging met de genoemde exoten om deze later nog eens te kunnen oogsten en een zo natuurlijk mogelijk bos te creëren zal hij matig moeten kappen. Nu is de weg van bosbouwakker naar een natuurlijker bos een lange weg, nog veel is niet echt bekend. Men weet wel ongeveer waar men naar toe wil maar er is nog geen ruime ervaring in. De om te bouwen percelen zijn ook allemaal anders, verschillen die voor moderne landbouw te verwaarlozen zijn kunnen in de bosbouw grote gevolgen hebben bv grondsoort, strooisellaag/bodemvorming, storende lagen, grondverdichting, watervasthoudend vermogen, grondwaterstand, grondwaterbeheer, aantal uren zon, wind, bestaande vegetatie, zaadbronnen etc. Vooral de uitgangssituatie van een fijnsparren bestand is heel lastig, bijna altijd komt na het vrijkomen van de bodem massaal weer fijnspar op. Het is een echte akker. Onder weymouthden zijn door beheerders makkelijker resultaat te bereiken bij lichte kap. Lariks is ook weer en hele lastige kan totaal zo massaal opkomen dat andere planten geen kans krijgen vergelijkbaar met de Amerikaanse eik. Het is wel duidelijk dat deze drie exoten moeiteloos hier in Nederland zich zelf kunnen vermeerderen en zich dan ook inburgeren positief en negatief.

Voor foto’s van de lariks zie bij de beschrijving van de lariks op deze blog(rechter kolom)



Bosverjonging door Hemlock en Reuzenspar in het Asserbos
Het Asserbos kent een heel oud gedeelte met stok oude eiken en hulsten. Dit ligt tegen de stadskern aan een heel jong gedeelte tegen de buitenrand aan met productiebos. Hier tussen in is een wat ouderbos waarin op natuurlijke wijze open stukken in ontstaan en er licht op de bodem valt. Het kroondak wordt minder door sterfte en oud worden van de bomen. Deze open plekken worden door Hemlockspar (Tsuga heterophylla) en Reuzenspar(Abies grandis) opgevuld. In dit gedeelte zijn dan ook exemplaren en groepen van diverse leeftijden te vinden van zaailingen tot al behoorlijk uitgegroeide bomen. Dit proces is dan ook al enige tijd aan de gang. Natuurlijk zijn er ook inheemse bomen die de opgevallen ruimte in nemen maar ook deze twee exoten doen goed mee. Vooral de Hemlockspar komt als ‘haren op een hond op’ en verdringt dan ook andere planten. Natuurlijke bosverjonging door exoten. Het zijn allebei echte bosbomen de zaailingen hebben maar weinig licht nodig om te kiemen en te groeien. Als zij dit over een langere perioden doen en op meerdere terreinen dan gaan ze tot de inheemse flora behoren. Een natuurlijk proces wat we als mensheid sterk door onze activiteiten versterken. Vooral vroeger was het heel populair om planten uit andere oorden te introduceren, we zijn wel door schade en schande wijzer en vooral voorzichtiger geworden. Helaas de foto’s zijn niet geweldig. Toen ik van huis ging was er mooi licht, in assen was er een sluier bewolking dit is voor foto’s minder mooi. Maar de bosverjonging door deze twee soorten blijft opmerkelijk.

Foto’s Reuzenzilverspar

Foto’s Hemlockspar

Bij de vijvers in het Asserbos staat een reuzenzilverspar en een groep Hemlocksparren deze zijn door de mens geplant en ook al behoorlijk oud. Het Asserbos kent een rijke geschiedenis, vooral op het gedeelte tegen de stadskern aan staat er een bos van eeuwen oud. Om een goede inschatting van de leeftijd van de twee sparren te maken is er wetenschappelijk onderzoek nodig. Als ik zou moeten schatten zijn ze beiden meer dan 100 jaar oud.



Douglasspar, Pseudotsuge menziesii een inheemse plant?
In dit stuk voormalig eikenhakhoutbos rukt de douglasspar langzaam op. In Drenthe staan heel veel stukjes eikenbos wat in het verleden na de ontginning is aangelegd voor de opbrengst van brandhout etc. Dit stukje ligt vlakbij de dorpskern van Tiendeveen. Dit hele landschap is 100% door de mens aangelegd. Na de turfwinning is het landschap keurig ingedeeld in rechthoekige stukjes voor veeteelt en landbouw. Ook de ontwatering werd via kanalen en sloten geregeld. Later is er een schaalvergroting toegepast met een ruilverkaveling. Nadat de opbrengst van eikenhakhout niet meer belangrijk was is er op een gedeelte douglasspar aangeplant een stukje bosbouw. Aan het eind van de vorige eeuw is ook de bosbouw in Nederland onrendabel geworden. Dit stuk is dan ook jaren lang met rust gelaten. In ieder geval geen grote ingrepen meer, incidenteel wordt er wel eens wat gekapt maar dan voor de openhaard. De prijzen van hout en de kwaliteit van douglasspar en larikshout zorgen er voor dat bosbouw ook in Nederland weer interessant wordt. Hier staat dan ook voor een klein kapitaal.

eikenhakhout bos met blauwebosbes

eikenhakhout bos met blauwe bosbes, ver op de achtergrond de Douglasspar

eiken hakhout en douglasspar bestant oprukkende zaailingen douglasspar

eiken hakhout en Douglasspar bestand met oprukkende zaailingen Douglasspar

eiken laan voor douglasspar bestand

eiken voor Douglasspar bestand

De douglasspar is een echte bosboom en in de natuurlijk en door kap ontstane gaten in het kroondak is hij één van de eerste die kiemt en groeit. Op vergelijkbare standplaatsen en als er een zaadbank in de buurt is (grote zaad producerende boom) verschijnt de boom op de drogere niet te arme gronden. Meestal in terreinen aangelegd voor bosbouw, zeker 90% van onze bossen. De boom verlangt wel een bosklimaat. Wat enorm in zijn voordeel werkt is zijn grote, vaak groter dan de eik in een vergelijkbare standplaats en zijn windvastheid en lange levens duur. Kom niet massaal op maar op een terrein zijn altijd verschillende exemplaren te vinden van verschillende leeftijden. Met het huidige bosbeheer waarin gekozen wordt voor spontane bosverjonging zal deze boom zeker de komende tijd ons bosbeeld mede blijven bepalen. Hij wordt zelfs incidenteel heraanplant niet op grote schaal maar ergens geplant gaat hij voor nakomelingen zorgen. Hij is en gaat zich steeds meer inburgeren. Een groot voordeel van deze boom is dat hij een tweede boom en kruidlaag(gras) toelaat. Of hij tot een onderdeel van een natuurlijke vegetatie gaat behoren wordt een discussiepunt. Onze voormalige productie bossen immers zijn cultuurlandschappen.

Een grote Douglasspar met enkele nakomelingen die in de buurt staan, staatsbosbeheer Echten

Douglasspar Spaarbankbos Hoogeveen, duidelijk groter dan de eiken

Douglasspar in een eiken bos

Douglasspar in een eiken bos

Een Douglasspar op een wat afwijkende standplaats, de natuur heeft zijn eigenregels

jonge Pseudotsuga , stormschade

jonge Pseudotsuga na stormschade



Bosverjonging onder douglasspar
Bj het landgoed/biologische boerderij Rheebrugge staat een niet al te groot stuk bos met grote douglassparren met bosverjonging van lariks douglasspar maar ook de eik, berk, hulst en drentse krent groeien er met in de kruidlaag brede stekelvaren en aan de rand borstelgras en hier en daar wat braam. Geen spectaculaire opkomst van lariks alles in een beheersbare opkomst. Gewoon zonder veel arbeidsuren te beheren. De hulst geeft heel vaak aan dat in een biotoop een zekere rust is ontstaan het is geen snelle groeier en heeft dan tijd nodig om te kiemen en uit te groeien. Wel een beetje mengelmoes van soorten dit komt omdat het een relatief klein stuk is met veel randen en hoogte verschil, diversiteit van licht inval en vochthuishouding.



Californische cypres, Chamaecyparis lawsoniana
Stel nu eens dat deze conifeer beter hout zou gegeven dan de eik, dan had het landschap er mee vol gestaan. Hij voelt zich hier prima thuis! Zaait zich moeiteloos uit! Hij komt echter niet zo veel voor in het landschap dat hij zichzelf massaal genoeg kan vermeerderen om zich te kunnen inburgeren. En staat er ergens één dan sneuveld hij door de kettingzaag. Ik weet twee plaatsen in Drenthe waar hij mag blijven staan en er staat dan een groep of bosbestand van.



Amerikaanse eik versus Douglasspar
Twee ingeburgerde exoten. De overeenkomst tussen de twee bomen is de grote die ze bereiken, windvastheid en groeikracht. De grote verschillen zijn de licht behoefte van de zaailingen en het uitlopen van de stobben. De Amerikaanse eik loopt massaal uit na afzagen, de Douglasspar niet. De zaailingen van de Douglasspar hebben maar een beetje zon nodig en groeien tussen andere bomen in. De zaailingen van de Amerikaanse eik hebben veel meer licht nodig.

De Amerikaanse eik heeft een veel minder gesloten blader of loofdak. Om een onderbegroeiing onder Douglasspar te krijgen is het nodig om zoveel te kappen dat er licht op de bodem valt. Hierna moet er af en toe ingegrepen worden met onderhoudskap. Het is niet al te moeilijk om een tweede natuurlijke boomlaag te creëren. Bij een Amerikaanse eik valt er veel meer licht op de bodem rond de bomen welke massaal door de zelfde eik wordt opgevuld met zaailingen. Alleen met heel veel zorg en aandacht en heel lichte dunning kan er een tweede boomlaag van andere inheemse bomen worden gecreëerd, omdat er verschillende bomen zijn die het met minder licht doen bv lijsterbes. Zaad van de Douglasspar komt enkelen tientallen meters of verder van de ouder boom, eikels van de Amerikaanse eik vallen voor het overgrote gedeelte onder of naast de boomkroon.

Op de volgende foto’s van de scheiding tussen een Douglas en Amerikaanse eik bestand(bos) is te zien dat de Douglasspar wel onder Amerikaanse eik zaait en groeit maar de Amerikaanse eik kansloos is onder de Douglasspar, veel te donker. Over verscheidene decennia zal hier dan ook de Amerikaanse eik hier verdwenen kunnen zijn. Zeker met wat hulp van de mens als de grootste eiken worden gekapt als er enkele meters hoge Douglassen staan. Processen in de natuur hebben soms heel veel tijd nodig.

douglassparren en amerikaanse eiken

douglassparren en amerikaanse eiken bossen

Op deze foto’s zien we een kapvlakte, hier stonden verscheidene Amerikaanse eiken deze zijn gekapt en de aanwezige Douglasspar is blijven staan. Ik verwacht een enorme opkomst van zaailingen van de Amerikaanse eik. Vooral omdat niet alle eiken zijn weggehaald. Zelf zou ik een tiental grote Douglassparren bij planten om de zaailingen te bestrijden. Ga dit terrein de komende jaren volgen om te zien wat er gebeurt.

sporen van machines en de douglasspar

sporen van machines en de douglasspar en nog op te ruimen stammen. Het is eigenlijk wel ruig gebeurt, veel zware machine sporen.

 

bos bij echten, gekapte gedeelte is de punt onderin het bos gedeelte

bos bij echten, gekapte gedeelte is de punt onderin het bos gedeelte



De verrasende Teunisbloem.
Oenotheria in het nederlands, de teunisbloem een plant die onze verwevenheid met de natuur laat zien. En soort die heel makkelijk bastaarden maakt. Oorspronkelijk komt deze plant uit Midden- en Noord-Amerika, door ons meegenomen naar europa en hier zijn uit deze bastaarden nieuwe soorten ontstaan. Die niet voorkomen in het oorspronkelijke gebied waar deze plant vandaan komt. En vooral de grote teunisbloem komt steeds meer in de vrije natuur voor door ons uitgezaaid maar ook zelf verspreid hij zich.




Een bloem die oorspronkelijk door nachtvlinders wordt bestoven, hier in Europa is deze taak door hommels etc overgenomen.



Inheems?
Het begrip inheems kan op nogal wat verschillende manieren worden uitgelegd, wat mij betreft is het niet genoeg als een plant ergens voorkomt. Hij moet zich zelf kunnen verplaatsen en vermeerderen in een bepaalde biotoop. De vlier en de braam zijn in Drenthe echte inheemse planten en komen in de natuur en in de bebouwde kom regelmatig voor. Over een heleboel planten kan er een hele discussie ontstaan het is maar hoe strak het begrip wordt uitgelegd.

De braam een echte inheemse plant zoals de verschillende bloemen laten zien. Zie bij de pagina over de braam(rechter kolom).

De vlier voelt zich even makkelijk thuis in het bos als in de bebouwde kom, komt bijna overal voor op een licht beschaduwde beschutte plaats. Een echte inheemse plant.


Meer foto’s op Natuurfoto’s Drenthe

De volgende planten heb ik in de natuur gevonden maar zijn wat mij betreft duidelijk geen inheemse planten. Omdat ze zich niet verplaatsen of vermeerderen.

De Bottelroos, gevonden in een heide terrein en in een berm.


Maagdenpalm, hooguit een stinseplant.


Gebroken hartje, hier in het bos komt hij elk jaar trouw terug maar blijft een flinke pol of groep.


Een tuin geranium in een berm, tuinafval.


De Rhododendron kan in Drenthe hele groepen maken maar verspreidt zich niet via zaad de mens is altijd de verplaatsende factoor, in andere delen van het land kan hij zich gedragen als een invasieve soort.


Vogelmelk in een berm.



Oranje springzaad
Een eenjarige neofiet (nieuwkomer). Bloeit in de zomer en nazomer en wordt tot 1.5 meter hoog. Heeft kortlevend zaad. Groeit op een zonnige beschutte plaats op voedsel rijke ruigten bv langs een beek. Zeldzaam langs de rivieren en in enkele laagveengebieden. Ingeburgerd tussen 1975 en 1999. Bron wildeplanten.nl

bloem oranje springzaad

bloem oranje springzaad

Als je googled op Oranje springzaad kom je allerlei berichten tegen dat dit plantje zich steeds meer laat zien in Nederland en België. Komt dit door het veranderende klimaat? De plantarealen (verspreidingsgebieden) verschuiven naar het noorden toe. Het is een mooi plantje wat door onze voorouders vast bij ons is geïntroduceerd het waren echte plantverzamelaars en komt uit streken die ruim door ze werden bezocht. Was ons klimaat te koud of zouden ze het plantje gemist hebben? Het is niet ondenkbaar dat dit brosse plantje slecht tegen late stevige nachtvorsten kan. Net zoals de eenjarige sierplanten bv vlijtigliesje. Dit plantje is met een opmars bezig in ons land. Begint zich hier thuis te voelen. Ik heb dit plantje gevonden in een beekdal bij Assen.



De 5 inheemse struiken of bomen
In deze bosrand staan de vijf inheemse grote struiken of bomen van de armste droge gronden of standplaatsen die wij hier in Drenthe hebben, De grove den, ruwe berk, lijsterbes, drentse krent en eik. In het latijns; Pinus sylvestris, Betula pendula, Sorbus aucuparia, Amalanchier lamarckii en Quercus robur.

berk-drentse krent-grove den-eik-listerbes

berk, drentse krent, lijsterbes, grove denen eik